Van reclame naar kinderopvang: Hoe Ingrid haar creativiteit toepast als pedagogisch medewerker

Ingrid maakte een opvallende carrièreswitch: van de wereld van reclame en marketing naar het werken met kinderen in de kinderopvang en ouderen. Wat begon als een onverwachte kans, groeide uit tot een 14-jarige reis als pedagogisch medewerker. Nu werkt ze bij Zorgwerk, waar ze haar passie voor zorg, creativiteit en begeleiding combineert. In dit interview deelt Ingrid haar unieke verhaal, de keuzes die haar naar de kinderopvang brachten en hoe Ingrid’s ervaringen haar nu helpen in haar werk.

Kun je iets vertellen over hoe je in de kinderopvang terecht bent gekomen?

Ik werkte in het bedrijfsleven in de reclame en marketing. Ik heb daar een hele leuke tijd gehad en heb bijna 20 jaar in dat vak gewerkt. Op een gegeven moment moest ik op zoek naar een nieuwe uitdaging en kwam de vraag bij mij op: ga ik nu verder in dit vak, of ga ik deze kans gebruiken om iets anders te doen? Ik begon ook na te denken over de toekomst, en het werken in de reclame- en marketingwereld is best wel pittig.

Ik heb altijd al interesse gehad in het werken met kinderen, dus ik dacht, misschien moet ik het eens gaan proberen en onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Via Google ontdekte ik dat je de opleiding voor pedagogisch medewerker ook als BBL-opleiding kunt doen, wat betekent dat je werken en leren kunt combineren. Zo kwam ik uiteindelijk uit bij een locatie in Hilversum. Ik heb binnen twee jaar mijn diploma gehaald, en achteraf kreeg ik de kans om op diezelfde locatie te blijven werken. Er werd zelfs een vast contract aangeboden.

Het was een geweldige locatie waar ik mezelf goed heb kunnen ontwikkelen en waar ik veel kansen heb gekregen. In de klas tijdens mijn opleiding was ik de oudste en raakte ik bevriend met de jongste, wat een grappige dynamiek was. Het was een leerzame en plezierige tijd, en ik ben blij dat ik de stap naar de kinderopvang heb gezet.

 

Hoeveel jaar werk je nu als pedagogisch medewerker?

Ik werk inmiddels al 14 jaar als pedagogisch medewerker. Als ik er even over nadenk, besef ik dat dat toch best een lange tijd is.

 

Waarom heb je voor Zorgwerk gekozen?

Op een gegeven moment, na 11 à 12 jaar werkzaam te zijn geweest als pedagogisch medewerker, begon ik te denken: misschien wil ik iets anders gaan doen. Dit kwam eigenlijk doordat ik mantelzorger ben. Ik kwam daardoor veel in een zorginstelling voor mijn vader, die een bepaalde vorm van dementie heeft. Ik ontdekte dat ik het fijn vond om iets te kunnen betekenen voor ouderen. Omdat ik voornamelijk creatieve dingen deed met kinderen, dacht ik: waarom zouden we deze mensen niet ook gewoon leuke activiteiten kunnen aanbieden?

Toen ben ik gaan zoeken en heb ik gegoogeld op "knutselen" en "koken", omdat dat mijn favoriete bezigheden zijn. Zo kwam ik uit bij een zorginstelling die iemand zocht voor dagbesteding en koken. Ik dacht: ideaal, dus dat ben ik gaan doen.

Via Indeed kwam ik op de website van Zorgwerk terecht en deze sprak mij wel aan. Daarna begon ik te denken: is dit wel iets voor mij? Kan ik dit wel? Want ik had altijd vaste aanstellingen gehad. Maar uiteindelijk besloot ik: misschien moet ik het toch proberen. Ik vulde het formulier in en had gesprekken. Ik dacht: ik ga het gewoon proberen, vooral omdat ik zag dat ik mijn rooster zelf kon bepalen en de locatie waar ik wilde werken.

Ik vind het fijn dat ik nu geen vaste aanstelling meer heb, omdat dit mij meer ruimte en vrijheid geeft. Via Zorgwerk werk ik nu veel bij een kinderopvang (BSO Intensief), waar kinderen van het speciaal onderwijs komen spelen.

 

Wat doe je graag naast het werken in de kinderopvang?

Ik haal graag creatieve ideeën uit alles wat ik tegenkom. Als ik iets zie in een etalage, denk ik meteen: "Daar kan ik iets mee!" Ik bezoek ook graag musea om inspiratie op te doen. Daarnaast kijk ik graag documentaires over allerlei onderwerpen, maar ook kinderprogramma’s en kinderfilms vind ik fantastisch. Zo leer ik de wereld van kinderen beter kennen. Programma's zoals Zapp of Taarten van Abel inspireren me en helpen me om kinderen, vooral kinderen met een rugzakje, beter te begeleiden.

Voor mij ligt de focus op een combinatie van kinderen, ouderen en koken. Koken is voor mij ook een bron van inspiratie. Ik werk ook als voedingsassistent via Zorgwerk en haal veel plezier uit wat ik doe. Het mooie is dat ik werk kan combineren met wat ik leuk vind, en dat maakt het extra waardevol!

“Het mooie is dat ik werk kan combineren met wat ik leuk vind, en dat maakt het extra waardevol” 

 

Wat vind je het mooiste van het werk in de kinderopvang?

Wat mij het meest raakt bij kinderen is hun oprechtheid en eerlijkheid. Ze zeggen dingen zoals ze die zien, ook al is dat soms iets wat je als volwassene niet altijd leuk vindt. Toch moet ik er vaak om lachen, juist omdat het zo puur is. Het mooiste vind ik dat je ze ziet groeien en bloeien, dat je ze mag begeleiden in hun ontwikkeling en hen zelfvertrouwen kunt geven.

Het begint allemaal met het bieden van een veilig en warm gevoel. Als je dat kunt geven en zij voelen dat, kun je zoveel met ze bereiken. Je helpt ze dingen te ontdekken en uit te proberen, en laat ze zien dat ze meer kunnen dan ze zelf denken. Het proces van hen stimuleren en dan het resultaat zien, dat is voor mij het allermooiste.

En als ze later bij je terugkomen en zeggen: "Mag ik bij jou stagelopen?" dan besef je echt hoe ver ze zijn gekomen. Dat maakt het werk extra bijzonder.

 

Wat zijn de grootste lessen die je hebt geleerd in je tijd als pedagogisch medewerker?

Het begeleiden van kinderen begint met echt goed luisteren: wie zijn ze, en wat zit er achter het kind dat je ziet? Wat je ziet, is namelijk niet altijd wat ze willen laten zien. Het vraagt om goed kijken, luisteren, en je inleven in het kind. Je moet je verdiepen in de wereld van het kind en ontdekken wat de behoefte is. Waar vraagt het kind eigenlijk om? Waarom verzet een kind zich of gooit het iets weg?

Sommige kinderen komen er soepel doorheen, maar er zijn ook kinderen die ergens mee zitten, zoals een gebrek aan zelfvertrouwen of een negatief zelfbeeld. Tegenwoordig zie je ook dat kinderen weerbaarder moeten worden. Pesten speelt namelijk een grote rol, zowel op school als soms ook op de BSO. Voor jezelf leren opkomen is daarom ontzettend belangrijk. Pesten wordt op school vaak aangepakt, maar het gaat soms door op de BSO. Daarom hebben we weleens gesprekjes of werken we met thema’s rond dit onderwerp.

Ik heb ook geleerd flexibel te zijn. Het gaat niet altijd zoals jij wilt, maar soms moet je inspelen op wat het kind nodig heeft. Je leert een kind ‘lezen’: zien en voelen wat er echt speelt. Een kind kan zeggen dat alles oké is, terwijl dat eigenlijk niet zo is. Soms wil een kind simpelweg even gezien worden, en dat is heel waardevol.

 

Hoe zorg je ervoor dat de communicatie met collega’s goed verloopt, vooral wanneer je met verschillende teams werkt?

Ik werk op verschillende locaties, met één vaste locatie en de rest op andere plekken. Door mezelf te zijn en altijd met respect om te gaan met teamleden, creëer ik een goede werksfeer. Ik vraag ook altijd: "Hoe doen jullie het hier?" Zo kan ik me aanpassen aan de werkwijze van het team.

Ik ben er natuurlijk om te helpen, en daarom let ik goed op waar het werk ligt. Ik neem een actieve houding aan en ben niet afwachtend. Daarnaast vraag ik regelmatig om feedback. Ik stel vragen zoals: "Is er iets wat ik anders had kunnen doen?" Ook stel ik mezelf altijd netjes voor. Deze aanpak zorgt ervoor dat ik goed kan samenwerken en me snel aanpas aan nieuwe situaties.

“Ik neem een actieve houding aan en ben niet afwachtend”


Hoe zorg je ervoor als flexibele werker dat je snel een connectie maakt met de kinderen en ouders?

Als ik ergens kom, stel ik mezelf altijd voor. Bij kinderen doe ik dat door op ooghoogte te gaan, vooral als ze heel klein zijn, en geef ik een hand terwijl ik mijn naam zeg en vraag hoe zij heten. Vervolgens probeer ik altijd de namen te onthouden. Ik maak er een spelletje van door te zeggen: "Ik ga even een test doen, en jullie moeten zeggen of ik het goed heb." Dan noem ik alle namen op, en als ik het fout heb, zeggen ze dat meteen. Na een tijdje leer ik de namen echt, zodat ik de kinderen altijd bij naam kan noemen.

Bij ouders doe ik eigenlijk hetzelfde. Ik stel mezelf netjes voor, en als het nodig is of als er iets besproken moet worden, vraag ik om een overdracht.


Welke kwaliteiten zijn volgens jou belangrijk voor iemand die in de kinderopvang wil werken?

Ik denk dat het belangrijk is dat je je kunt inleven in de gevoelswereld en denkwereld van een kind. Op die manier kun je ze veiligheid bieden, beter begrijpen en daardoor ook beter 'lezen'. Het is belangrijk dat je niet boven het kind staat, maar gelijkwaardig bent.

Als er bijvoorbeeld iets is of een conflict speelt, vind ik het belangrijk om naast het kind te staan en niet boven hen. Ik zie mezelf niet als de baas, want ik kan ook van hen iets leren. Door deze houding kun je kinderen helpen om zelfvertrouwen te ontwikkelen.

Je moet empathisch zijn en oprecht. Dat is de sleutel.

“Ik zie mezelf niet als de baas, want ik kan ook van hen iets leren”

 

Wat zijn belangrijke vaardigheden die je hebt ontwikkeld tijdens je werk als pedagogisch medewerker?

Als ik terugkijk op mijn opleiding, merk ik dat ik nu veel bewuster handel, kijk en luister. Hierdoor kan ik kinderen beter begrijpen en aanvoelen. Ik vind ook dat creativiteit een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van kinderen.

Dat heb ik zelf mogen ervaren toen ik op een gegeven moment in een atelier werkte en daar de middagen met de kinderen doorbracht. Het was geweldig om te zien hoe ze dingen ontdekten en oplossingen bedachten. Tijdens die momenten had ik de leukste gesprekken met ze. Het is prachtig om te zien hoe creativiteit hen helpt groeien en ontwikkelen.

 

Wat hoop je dat mensen beter begrijpen over het werk in de kinderopvang?

Er komt veel meer kijken bij dit werk dan mensen in het algemeen denken. Sommigen zien het als een soort georganiseerde oppas, maar je kunt echt mooie resultaten bereiken bij kinderen. Door goed naar ze te kijken en te luisteren, en ervoor te zorgen dat ze zich gehoord en gezien voelen, kun je ze zien groeien.

Kinderen merken het ook wanneer je echt aandacht voor ze hebt. Ze vinden het fijn als je er écht voor ze bent, op een oprechte manier. Niet zomaar zeggen: "Oh ja, leuk," zonder echt te kijken of betrokken te zijn. Het vraagt om oprechte aandacht.

Als je een kind echt wilt laten ontwikkelen, kan de BSO daar een belangrijke rol in spelen. Het hoeft niet iets groots of ingewikkelds te zijn; juist spelenderwijs kun je een kind laten groeien en ontwikkelen. Dat is het mooie aan dit werk: je kunt kinderen begeleiden terwijl ze spelend leren en zich verder ontwikkelen.

 

Als je een boodschap zou mogen meegeven aan iedereen die het overweegt om in de kinderopvang te werken, of voor mensen die al werken in de kinderopvang, wat zou dat dan zijn?

Het belangrijkste is om je oprecht te verdiepen in het kind en in zijn of haar gevoelswereld. Elk kind mag er zijn, ook als ze zelf soms denken of voelen dat dit niet zo is. Juist dat maakt kinderen zo bijzonder: niet iedereen is hetzelfde, en dat hoeft ook niet.

Als je oprecht interesse toont in ieder kind, en niet alleen in één specifiek kind, maar in elk kind dat je begeleidt in de kinderopvang, kun je echt het verschil maken. Verdiep je in hun denk- en gevoelswereld, en doe dat met oprechte aandacht. Dat is de sleutel tot waardevolle begeleiding.

‘’Verdiep je in hun denk- en gevoelswereld, en doe dat met oprechte aandacht.”

Vorige
Vorige

5 tips voor een gezond en energiek 2025 in de zorg!

Volgende
Volgende

Een Zorgwerk-legende: Annelies